dinsdag 4 januari 2011

Paris sous la neige, thuiszijn en examens

Alweer excuses bij het begin van mijn blog. Excuses daarvoor. Waarom? Omdat het verdorie weer veel te lang geleden is dat ik iets van me liet horen, en omdat het een gek lange post geworden is. Maar ook deze keer heb ik zo m’n redenen voor de vertraging. U wil een lijstje? Waar zal ik beginnen… Parijs lijkt me een goede start, dan Perusica-avonturen, (studeer)vakantie thuis, over de examens tot aan de stresserende dagen van inpakken en grondig poetsen. Lijkt het u wat, als excuus? Goed. Dan kunnen we klappen.

Over diezelfde redenen gaat deze blog. Paris sous la neige, bijvoorbeeld. Het weekend voor de kerstvakantie reserveerden Bob en ik voor mekaar. Het was een heerlijk weekend in la ville des lumières. Liefje, Parijs en de sneeuw, een mens zou voor minder al gelukkig zijn. Natuurlijk hoort bij al dat geluk ook wat miserie, we kenden wel wat problemen… Ik nam de TGV uit Angers en Bob kwam uit Wenen overgevlogen, als plan klonk het best goed! Helaas besloot de techniek een vlaggenstok tussen de wielen te steken: mijn koffer bleek -naar goede vrouwelijke gewoonte- veel te zwaar geladen en de slotjes leidden zo hun eigen leven, maar dat was peanuts in vergelijking met wat  Bob overkwam. In Wenen duurde het uren voor het vliegtuig van de grond kwam, en dat kwam niet eens door de sneeuw –ze zijn dat daar gewoon, ziet u. Er waren blijkbaar technische problemen, waardoor het vliegtuig met ruim 5 uur vertraging opsteeg. Sowieso was ik eerder in Parijs aangekomen, zelfs als mijn trein vertraging zou gehad hebben. Dat was gelukkig niet het geval, maar ‘k heb toch lang mogen wachten… We hadden afgesproken elkaar te zien aan het station Paris-Montparnasse, rond 18u. ’t Werd half één eer Bob eindelijk in Parijs aankwam… Het leek voor ons allebei een eeuwigheid, maar het weerzien werd er wel nóg mooier door. Gelukkig mocht ik al in de kamer van het hotel wachten, dus ik zat lekker warm binnen. ‘k Ben wel nog naar buiten getrokken, om de buurt al een keertje te gaan bekijken en de Parijse glühwein te testen. Het was er dan ook zo prachtig… Ik vertrok in een sneeuwloos Angers en stapte uit in Parijs als het er net (terug) begon te sneeuwen… Kerstmarkt voor het station, sneeuwvlokjes overal, heerlijk. Nuja, heerlijk koud en donker en onbekend, maar met een beetje gesukkel en het nodige gesakker (uw weet wel, met een goed getimede krachtterm gaat alles weer wat beter) geraakte ik toch met al m’n spullen tot aan het hotel. De 3 dagen in Parijs waren heerlijk. Prachtig, geweldig en alle mogelijke superlatieven passen bij onze kleine vakantie. ’t Was de eerste keer dat we samen alleen ‘op vakantie’ gingen en toch voelde het zo vertrouwd aan. [‘k zie je graag.] 




A Paris - Yves Montand (een klik brengt je naar het liedje) We versleten ieder een paar schoenen aan de straatstenen van de stad, vielen van de ene verbazing in de andere en in elkaars armen, duffelden elkaar warm in, gooiden sneeuwballen, namen foto’s, verzamelden toegangstickets, warmden ons op aan kussen, koffie en chocomelk, brandden een kaarsje, slingerden met Foucault, keken onze ogen uit terwijl onze tenen bevroren. En we lachten en praatten en genoten en hadden elkaar lief. We voeren op de Seine en bekeken de stad vanuit een ander standpunt. Vaarpunt. Zoiets. We beklommen alle spiegelgladde trappen van la Butte de Montmartre en hadden een prachtig panoramisch uitzicht; net als we bovenkwamen toonde de zon zich van haar mooiste kant! We genoten stilletjes van de rust in la Madeleine en voelden ons klein in de Notre Dame. We kochten croissants op de markt achter de hoek en ontbeten à la française. Ik zong een kerstliedje met wat gekke Amerikaanse toeristen en luisterde in verbazing naar de metromuzikant. Het Louvre was nog groter en mooier dan in mijn herinnering en de Mona Lisa nog kleiner, Monet’s Nymphéades in het Musée de l’Orangerie waren nog veel indrukwekkender dan ik me kon voorstellen, de Eiffeltoren was hoger, de Sorbonne lelijker, de Champs-Elyzées breder en duurder, de sneeuw kouder. Een weekend ging nog nooit zo snel voorbij.

Ook op de terugweg besloot het lot dat een weekend geluk wel volstaat voor twee, dus sneeuwde het nog wat extra, zodat de treinen vertraagd -of helemaal niet- vertrokken. Bob had wel het schitterende idee om veel vroeger dan voorzien naar het station te gaan, en simpelweg de eerste Thalys richting België op te springen. En gelijk had hij: na wat zoeken, rondvragen en wachten geraakten we ‘rustig’ op de trein. Onderweg hoorden we verhalen van reizigers die al sinds de avond ervoor thuis, bij familie of op het werk probeerden te geraken… 
Treinen werden na 18u simpelweg afgelast, met behoorlijk wat ellende tot gevolg, begrepen we. Wij konden enkel (relatief) genieten van de rust en de hypnotiserende cadans van de trein. We kwamen dus vroeger dan gepland thuis, maar ’t was de moeite meer dan waard.

Thuiskomen… Heerlijk. Heerlijk vermoeiend bij momenten, dat wel. De kerstvakantie was namelijk aardig gevuld: Perusicaanse avonturen, eindejaarsfeesten en tussendoor ook wat studeren. De eerste dagen was ik zelfs niet veel thuis: Perusica speelde haar eindejaarsconcert, en daar moest eerst nog een podium voor gebouwd worden. De eerlijkheid gebiedt me wel te zeggen dat ik niet zó heel veel geholpen heb. ‘k Was er wel… Mentale steun dan maar. Het warme welkom (“ah hier se, den toerist” tot “oooh Ann is terug!”) deed me wel ongelooflijk veel deugd, dank jullie wel, lieve schatten! Het eindejaarsconcert zelf verliep in een enigszins minder gezonde toestand -letterlijk dan. Een mengeling van vermoeidheid, een restje Franse verkoudheid en een paar korreltjes stress zorgden voor een kleine malaise, maar ik was thuis. Meer moest ik even niet hebben. Helaas boden de eerste dagen niet enkel plezier en vertier maar ook wat tranen; terwijl we in Parijs waren, overleed de oma van Bob. Bij onze thuiskomst wachtte ons dus ook een begrafenis. Ook al is het niet leuk, zo gaat het soms nou eenmaal. Een lach en een zucht en een traan, en we gaan voort.
 
Foto B. De Herdt

Kerst vierden we gezellig bij ons thuis met de hele familie en met leuk nieuws! Cathérine en
Charlotte (wat een prachtig en lief wondertje…) zijn niet langer de kleinsten: Stefan en Karen verkondigden trots dat ze een kindje verwachten! Een mooier moment om zoiets aan te kondigen konden ze niet bedenken, en eerlijk gezegd denk ik dat er geen leuker nieuws dan dat bestaat… Langs deze weg dus nog een keertje proficiat, ook al is dat wat laat ;-) Op oudjaar vierden we feest bij Karen en Stefan thuis, eerst -helaas- nog wat studeren, eindelijk inspiratie vinden voor m’n nieuwjaarsbrief (gelukkig ben ik niet zo iemand die alles uitstelt, u kent me), dan gezelligs samen eten. Later op de avond kwam Bob ook naar daar en we trokken met z’n vier (nuja, vijf ;-)) naar het vuurwerk in Mechelen, wat toch een lichte teleurstelling was. Maar ’t was vuurwerk! En we waren er samen, dus dat maakt alles goed. Na onze thuiskomst hingen nog even in de zetel en probeerden heel ijverig wakker te blijven, maar dat lukte niet erg lang… We capituleerden dus met veel plezier en genoten van een heerlijk nachtje slaap. Het nieuwjaarsconcert bekeek ik thuis, tussen mama en papa in de zetel, gelijk in de goeien ouwen tijd. ’s Namiddags vierden we dan nieuwjaar bij m’n meter, en dat was meteen ook het einde van mijn vakantie, 2 januari vertrok ik alweer in de richting van de douceur angévine, om er examens te gaan afleggen.

Na een enorm vlotte treinreis Brussel-Parijs, P
arijs-Angers (help! Ik word écht groot.) was ik best wel blij om hier terug te zijn. Want hoewel thuis de klok altijd beter tikt, klinkt ze hier ook niet slecht. Of zoiets. ‘k Heb hier tenslotte bijna vijf maanden geleefd…  Veel heb ik niet te klagen. Of toch een beetje, over de examens dan. Bijvoorbeeld examen om 8u ’s ochtends (en een half uur op voorhand aanwezig moeten zijn), dat is te vroeg voor iemand als ik. Gelukkig kon ik meerijden met taxi Lola of Léa, twee klasgenotes met een rijbewijs én een auto, en moest ik niet de bus van 6u45 nemen… Gelukkig. Waarom meerijden? Mijn kot is toch maar 2 minuten van de Catho verwijderd? Klopt, maar de examens gaan door in een grote sporthal aan het andere eind van Angers… Ondanks de taxi toch klagen, want buitengaan om examen te gaan doen terwijl er nog sterren aan de hemel zijn en er nog nergens lichten branden is gewoon niet leuk. Niet. Rare jongens, die Fransmannen, als u het mij vraagt. Ook het examensysteem is hier helemaal anders dan in Antwerpen. Niet slechter, maar anders. Opgave en antwoord apart, een antwoordblad met enkel een nummer maar zonder naam, mondelinge examens door een docent van buiten de universiteit,…

Maar ook examens zijn op een gegeven moment gedaan, en na een reeksje partielles (Civilisation Allemande; Littératures germanophones; Langue pratique & thème; Traduction générale; Français pour traducteurs; Allemand commercial) zit mijn semester in Frankrijk er alweer op. Nu ik terugkijk, is het voorbijgevlogen. Echt. Er waren dagen dat ik niets liever wilde dan naar huis gaan, Cathérine een zoen geven, mijn lief knuffelen, bij mama en papa in de zetel zitten, bref, thuis zijn. Ik heb het hier ook goed gehad. Een thuis ver weg van thuis is misschien teveel gezegd, maar alles wel beschouwd was het goed. Lieve kotgenotes (over de kotmadam zullen we zwijgen), fijne klasgenoten, interessante lessen, kattenbelletjes op de koelkast, een drankje op zijn tijd, absolute vrijheid proeven, pizza bestellen met de klasgenoten om bij een tekenfilm op te eten,… Zelfs nog deze namiddag trok ik er nog op uit met Alexia, een kotgenote, om samen naar het kasteel van Angers te gaan. Ik moest dat tenslotte toch zien voor ik vertrok! Het wandtapijt van de Apocalyps is erg bekend, en terecht. 't Is een doek van 100 meter lang en 3,5m hoog en werd ergens tussen 1373 en 1383 gemaakt... Enorm indrukwekkend! Het kasteel zelf is prachtig bewaard en gerenoveerd, het was meer dan de moeite waard om toch nog even langs te gaan. Nadien genoten we als twee oudjes van een tas koffie met een pateeke en hadden we geen zin om afscheid te nemen.

Kleine dingen om van te genieten en voor altijd te koesteren.

woensdag 15 december 2010

Sinterklaas, karma en elektriciteit.

Geachte lezer, ik heb een klacht. 

Ik heb een vraag, een eis, een aanklacht tegen de Franse maatschappij. Breng Sinterklaas naar Frankrijk. Stemmen via 49000 of de rode knop. Verdorie. Wéken heb ik uitgekeken naar chocoladen figuurtjes, naar marsepeinen varkentjes, naar pepernoten in excessieve hoeveelheden, naar letterkoekjes en suikertorentjes. Niets van dat alles te vinden. Adventskalenders en wat overschotjes van Halloween-snoep, dat wel. Op kot vroeg ik aan de andere meisjes: Est-ce que vous ne fêtez pas Saint-Nicolas? Algemene verbazing alom, enkelen waagden zelfs te vragen wat dat was. Zucht. Ik had al wel begrepen dat het niks zou worden. Enkel Alexia kent een soort Sinterklaas, maar zij woont dan ook bijna in Duitsland, waar ze die blijkbaar wel kennen. 'k Had van mama en papa en Timtam wel marsepein en speculaas gekregen -waarvoor dank-, maar die was helaas vóór 6 december verdwenen. Ach, ik heb al zoveel gemist dat een Sinterklaas minder niet zo'n ramp is. Klinkt erg zielig. Is het ook. 

Ik had nochtans hoop gekregen, in de vorm van sneeuwvlokjes. De week voor Sinterklaas was het hier prachtig... Bitter koud -voor Angers dan toch-, stralende zon, 's avonds sneeuw. Een sprookje, zo leek het wel, ik kon Slecht-Weer-Vandaag al door de straten horen wandelen, ik hoorde de staf tegen de grond tikken en intussen bevroren mijn tenen, maar 'k had het ervoor over. 

De voorbije weken heeft het hier niet enkel gevroren dat het kraakte, mijn hoofd kraakte ook serieus. Ik heb onwaarschijnlijk goed gewerkt en de resultaten mochten er dan ook zijn (daar zit inderdaad een oppepper voor het ego tussen de lijntjes). De bibliotheek bleek mijn warme werkplekje. Warm, ja. Op kot was het minder warm. Enkele weken geleden sloegen onze stoppen door. Enfin, de zekeringen. En daarna ook onze eigen stoppen. Alle elektrische apparaten uitschakelen en een voor een weer aanzetten, een minuut gelukkig zijn en dan weer van voor af aan beginnen. Wakker worden zonder wekker, klaarmaken zonder licht en zonder verwarming, ontbijten zonder koffie of toast*. Niet leuk. Volgens de eigenares -die overigens niet thuis was, maar doodleuk een bericht achterliet op Alexia's voicemail- was het onze eigen schuld en verbruikten we teveel elektriciteit. Ik dacht het niet. Maar het is weinig zinvol om met onze huisbazin te discuteren, dus knikten we braaf en zetten onze verwarming nog wat lager of helemaal uit. Lekker fris, met die vriestemperaturen. Ik verkaste dus tijdelijk naar de bib en verzette daar enorm veel werk, nam af en toe een heerlijk filmische koffiepauze (denk aan een oud schoolgebouw, een half verlicht parkje errond, een beker hete koffie in je hand en een korte wandeling door de sneeuw). Blijkbaar was het toch niet genoeg werk. Ondanks een -naar mijn normen verbazingwekkend goede- planning was ik op donderdagavond een zenuwinzinking nabij. Bachelorpaper, Duitse literatuur, commercieel Duits, alles moest er op één nacht nog aan geloven. En het was geen leuke nacht. Maar ook de nacht ging voorbij, en daarna nog één met wat meer slaap en nog één met wat minder slaap en nog één, en voor je het weet een hele week. 

*bij gebrek aan beter brood heb ik hier Pain de mie om te roosteren. Niet lekker als je het zo eet. Echt niet.

Ergens in die voorbije week waren we (iedereen die in Rue Volney 9 woont) uitgenodigd op het 'pre-kerstfeest' bij Mr et Mme Pélouard, de eigenaars. 't Was een BYOF-feest: Bring your own food. We besloten de rollen te verdelen: een paar mensen zouden voor hartig gaan en een paar voor dessert, 't was een prachtig georganiseerd gedoe. Zo prachtig dat er wel iets moest misgaan. Jennifer, onze tijdelijke kotgenote uit Londen -moet ik nog verder vertellen? Londen, dus Brits, dus kookkunst op een laag pitje. Eerlijk gezegd ben ik zelf ook geen keukenprinses en zij en ik sloegen  dus de handen in elkaar. Het zou rijstpap worden voor één van ons, en zalmrolletjes voor de andere. Perfect plan. In de supermarkt ontdekten we naast koekjes (het was tenslotte 16u: tijd voor tea and biscuits) kant-en-klare rijstpap: op het vuur, melk toevoegen en roeren. Simpel. Maar karma's a bitch. Echt. Eén van onze andere kotgenotes had de pot niet goed had afgewassen en dat hadden we niet helemaal gezien. Een of andere vieze smurrie mengde zich dus met onze rijstpap. Karma deelde ons een uppercut uit, omdat we het een beetje makkelijker maakten. Jennifer is naar de supermarkt gerend om rijst, melk en suiker te kopen, we maakten een échte rijstpap -om beurt roeren en proeven- en hell yeah, we versloegen karma: onze rijstpap bleek een topper op het feestje. Net zoals mijn zalmrolletjes, met dank aan mama's tips.

Een ander feest -o ironie, waar was je al die tijd- was het examen Expression française. Een kwartier vertraging, grammatica-oefeningen en een filosofisch essay van 250 woorden: geen ideale combinatie. Toutes les vérites sont-elles bonnes à raconter? Nee, denk ik, maar misschien ook weer wel, of misschien maar een beetje. Enfin, ik heb wat uit mijn pen geschud -uiteraard niet genoeg, 'k had 45 minuten over voor het essay- en kreeg er nog een 12,5 voor. Blij zijn met wat je krijgt, heet dat dan. Nog minder blij ben ik met het examenrooster. Een slecht rooster is het niet, maar het zijn examens. Voor de geïnteresseerden geef ik even een overzicht (kaarsen, gebeden, mantra's en positieve energie: alles is welkom op de volgende momenten).
  • 5 januari, 8u00: Civilisation & Vie économique et politique allemande (mondeling)
  • 6 januari, 9u00: Traduction générale Allemand - Français
  • 6 januari, 14u30: Langue pratique & thème Allemand (= vertaling Frans - Duits)
  • 7 januari, 8u00: Littératures germanophones
  • 10 januari, 14u30: Allemand commercial
  • 11 januari, 8u00: Français pour traducteurs
Maar... Voor het zover is, mag ik eerst naar huis. Eindelijk. Het is hier goed in Angers, het is hier leuk en mooi, maar het is ook genoeg. Ik mis mijn mama en papa, mijn broers en schoonzusjes, mijn kleine grote petekindje, haar minizusje -wat is ze ongelooflijk schattig!-, mijn Lessiusmaatjes, de Perusica-gekkerds, mijn beste vriendin, mijn liefje. Liefje zie ik vrijdag al, van vrijdagavond tot en met maandagavond zijn we samen in Parijs. Na drie en een halve maand mag dat wel. 

Lieverds, ik heb jullie verdorie gemist.

dinsdag 30 november 2010

Le manteau

La sonnette me cingla les oreilles. Le son me faisait penser à des cris qui se réverbèrent dans des montagnes lointaines, portés par le vent glacial de mes pensées.
qui sème le vent récolte la tempête.
Mes talons trop hauts se baladaient en écho à travers le petit espace. Il attendait patiemment derrière le comptoir tout en suivant mon pas du regard. Je lui donnai mon manteau dans la plénitude de sa beauté perdue. Gênée par la nature des taches sur mon bout de chaleur favori, je lui demandais doucement si elles s’effaceraient encore. Ce manteau faisait partie d’une longue   histoire d’amour, coup de foudre violet, chaleur bouclée, mémoires d’une balade hivernale à la mer. Il le savait et me répondit sans doute. Pendant les silences presqu’éternels entre ma question, l’histoire inexprimée et sa réponse, il m’examina de la tête aux pieds.

Je lui donnais la somme en murmurant un merci et bonne journée. Il me fixait toujours de son regard étrangement doux.

Si nous croyons entendre quelque chose, ce ne sera que l'écho de notre pensée.   [Paul Bert]
Je sortais lorsqu’il m’a appelée. Echo assourdissant des pas. Eh m’demoiselle ? Que j’avais l’air triste. Et comment se faisait-il qu’il ne m’ait jamais vue avant. Je lui répondis je me cache. Son regard hésita un moment entre doux et stupéfait. Et vint le grand pourquoi, à la fois cru et aimable.

Parce que l’automne et l’hiver n’ont pu s’aimer
, lui répondis-je. La sonnette ne tinta même pas quand je tirai la porte derrière moi.

maandag 15 november 2010

Mama, papa en het kleine meisje

Eindelijk, eindelijk maak ik er werk van. Ik had het al vroeger kunnen  / moeten doen, maar om een of andere reden bleef mijn blog wat liggen. (Of ergens in het vacuüm zweven, ik weet niet welk werkwoord er past bij het internet. Iets met nulletjes en eentjes.) Pas op, ik heb verschillende uitvluchten hoor: te veel werk (denk aan een Franse dissertatie over 'de werktalen van de Europese Unie' of aan een uitvoerige bespreking van Kafka's 'Vor dem Gesetz' en u begrijpt het helemaal), te veel slapeloze nachten ergo een immens slaaptekort wat resulteerde in een redelijk brakke periode. Gelukkig was de halve huisapotheek meegereisd en ben ik er weer helemaal bovenop -ik heb zelfs alweer honger.

Maar bon, uitvluchten allemaal goed en wel, waar blijft het echte werk? Geduld.

Mama, papa en het kleine meisje, daar gaat het hier over. In het verlengde weekend rond 1 november maakten mama en papa hun kleine meisje weer wat blijer met een bezoek aan Angers en omstreken. De weergoden waren ons enorm goed gezind en daar profiteerden we maximaal van.

29 oktober, aankomst.
Na -uiteraard- wat gezeur van de kotmadam konden we eindelijk in de kleine keuken genieten van een warme tas geluk en van elkaar. Eindelijk, ja. Ik heb mijn ouders gemist, verdomme. En nog altijd, om eerlijk te zijn. We wisselden wat nieuwtjes uit, van onbenullige weetjes tot levensbeschouwelijke overpeinzingen en besloten om de avond niet te lang te rekken. Er zou immers veel te ontdekken zijn in de komende dagen.

30 oktober, Angers
Hoewel Angers niet geweldig groot is, kan ik er perfect verloren lopen. We spraken af aan het hotel waar mama & papa verbleven, en ik zou het wel vinden. Goedgehumeurd en met een tas vol lekkers trok ik op weg. Roodkapje achterna, als het ware, maar dan naar het hotel, en de boze wolf was de stad. Tot op 100m van het hotel ging alles perfect, maar dan sloeg het noodlot toe: "welk huisnummer was het ook alweer?" Bleek dat ik gezellig de foute richting opging. Enfin, we vonden elkaar best snel en lachten allemaal eens over dat typisch-Ann missertje.

Voor een kleine metropool is er ongelooflijk veel te zien in Angers. Zo zijn er 2 verschillende markten op zaterdagochtend; één vlak bij het station en ééntje in het stadscentrum. We besloten dat één wel zou volstaan en kozen resoluut voor de grootste, en dat zullen onze benen geweten hebben. Na een meer dan verdiende en deugddoende middagpauze verkenden we de stad weer wat meer. Tot mijn grote schande moet ik bekennen dat ik Angers nog steeds niet op mijn duimpje ken, en zo kwamen we af en toe ergens anders uit dan waar ik vermoedde. Spannend en vernieuwend, dat wel. Winkelstraten, de andere oever (tiens, daar staat een Kermis!), een parkje, een oude brug en iets minder oude brug, alweer winkelstraten en het Einde van de Wereld. Echt. La Promenade du Bout du Monde, zo heet het weggetje naast het prachtige kasteel van Angers. Fenomenaal zicht over de andere kant van de stad! De dag werd met een glaasje wijn in schoonheid afgesloten, voor even leefde God terug in Frankrijk. Zijn buitenverblijfje.

31 oktober, Saumur
Ja, ik weet het. Ik was er al 2 keer geweest. Maar als je Angers komt bezoeken, moet je Saumur ook eens bekijken, dat is mijn bescheiden mening. Veel overtuigingskracht had ik alleszins niet nodig; zowat elk voorstel was goed, zolang het maar mama, papa en mij inhield. Op weg dan! Boven het hart van de stad ligt een soort gehuchtje, piepklein maar onwaarschijnlijk schattig. Een kerk -16e eeuws, dacht ik-, een bakker, de post, een paar huizen en een parking. C'est tout. Het kerkje was wel heel erg mooi en het omliggende tuintje haast sprookjesachtig (dus toch Roodkapje). Bijzondere eigenschap van Saint-Hilaire-Saint-Florent (wie bedenkt het toch...) is de directe toegang tot de Loire. Je kan de rivier rustig opwandelen, in de buurt van Saumur is ze op haar breedst en ondiepst. Erg leuk, schelpjes verzamelen in het midden van de Loire.  Ik hield er, uiteraard, natte voeten aan over. Na een zoete picknick in het zonnetje daalden we af, richting stad. We maakten een ommetje langs de prachtige plantentuin en de fantastische speeltuin en waren nog maar eens verbaasd over het fenomenale uitzicht... Met het weer als toen kon je de naburige steden zien liggen, en nog veel meer dan dat. Ook het kasteel kreeg nog een bezoekje  en ook hier bleven we even genieten van het zicht... De Loire in al haar gloire
Saumur is een leuk stadje, een gesloten stadje, dat wel, 't was tenslotte zondag. Voor we  -na een prachtige zonsondergang- terugkeerden naar Angers lieten we ons nog rondleiden in de kelders van Veuve Amiot (ja, daar was ik ook al geweest met Stefan en Karen, maar hé, zo'n tweede degustatie kan je toch niet afslaan?). Op de terugweg werden we vergezeld door de Kleine Beer die toekeek hoe de Loire naar de zee stroomde. Naar de sterren staren en eens knipogen, glimlachen over zoveel moois en je een klein beetje bijzonder voelen. Heerlijk.

1 november, Lac-de-Maine & Nantes
Wat heerlijk. Wat onwaarschijnlijk, ongelooflijk heerlijk. Op 1 november, per definitie één van de mistigste en mistroostigste dagen van het jaar, zaten wij aan de rand van het meer 'in ons pulleke' van de zon te genieten en de prachtige herfstkleuren rondom ons te bewonderen. Ons zoveel af te vragen over de maretak boven onze hoofden, fluisterend te wijzen naar de reigers, te giechelen over de konijntjes en ons te verbazen over de schoonheid van dat alles. Eens leunen tegen papa z'n schouder (en dan merken dat hij stiekem een beetje glimlacht), een kus op mama haar wang drukken (en dan tevergeefs hopen dat we niet  allebei beginnen te snotteren), een mens wordt verdorie helemaal sentimenteel van zoveel moois. Echt. De tijd was er blijven stilstaan om onder de maretak te kussen.

Ook Nantes heeft heel wat moois te bieden. We kuierden door het heerlijk grote park en vonden dat het tijd was voor een stukje zelfgemaakte (dankjewel papa!) appelcake. Enigszins jaloerse wandelaars wierpen ons vreemde blikken toe, maar daar trokken we ons niets van aan. Onze appelcake, onze bank en de Franse zon. Soms heb je echt niet veel nodig om gelukkig te zijn. Na het opkikkertje waren we weer helemaal fit om de andere kant van Nantes te ontdekken. Een erg bizar nieuw gebouw (een conferentie-kantoor-belangrijkemensengebouw) ontsierde de oude stadskern een beetje, maar dat mocht de pret niet drukken. We doorkruisten zowat de hele stad, van het bruisende middelpunt -het station, het prachtige kasteel, de grote tuin- tot aan de rustige haven en dronken een koffie bij een barman die zijn waren blijkbaar uitvoerig proefde.

De avond reserveerden we voor een winkeltocht: mijn persoonlijke koelkastvak, diepvriesvak en mijn schap in de kast werden weer aardig bijgevuld. Want ja, ik doe hier flink mijn best. Leer koken, de ene dag gaat dat wat vlotter dan de andere. Maar... Ik trek mijn plan, en af en toe ook een blik open, maar dat terzijde.

2 november, vertrek
Zucht. Afscheid nemen is nooit echt mijn sterkste punt geweest. Ik hou er niet van. Na een  kort bezoek aan het naburige winkelcentrum -nog nooit eerder gezien- was het dan toch zover. Angers - Hove is tenslotte een flink eindje rijden. Een paar tranen, wat knuffeltjes en veel zwaaien later stond ik weer een klein beetje alleen op de stoep voor de deur. Een klein beetje triest, maar ongelooflijk content dat ik mijn mama en papa weer gezien had. Want uiteindelijk blijf ik toch dat kleine meisje, hoe groot de wereld soms ook is.

woensdag 27 oktober 2010

Het vuilnis keek in de spiegel en treurde om zijn bestaan.

Angers, ge stinkt. 
Ik durf het zonder schaamte in uw gezicht gooien, als een spiegel die uw vuilnis weerkaatst. Ik neem het u niet kwalijk, maar ik wil het wel kwijt. Uw stoepen zijn vuil, uw studenten vol lawaai en uw nachten vol vuur, al is dat niet uw schuld.

De stakingen bereikten de voorbije dagen een absurd hoogtepunt, compleet met onvoldoende werkende eerste-hulpverleners, terwijl die nodig waren. De stad stond even in brand, gelukkig waren de tankstations nog leeg. Stakende vuilnisophalers deden afvalbergen rijzen, en daarmee zijn maar 2 partijen gelukkig. Zij die na teveel goedkope alcohol stoer genoeg zijn om de straten oranje te kleuren en schaduwen op de muur te laten dansen en de keurig geklede man die nu 's avonds een hele maaltijd bij elkaar vindt. Ik zag hem laatst weer. Dansschoenen met gaten, bijna verdronken in een maatpak dat hem misschien ooit heeft gepast. Schaam u, stad. Of betoogt ge misschien voor hem? Ik heb u nog niet horen roepen dat hij geen pensioen krijgt, dat hij honger heeft, of dat hij niet kan lezen. Of dat hij misschien daarom honger heeft. Nee, wie wel kan lezen doet het liever niet om belangrijk te gaan zijn op straat. 

Open uw ogen, stad. Word wakker. Ik lig er wel wakker van, en ik hoor hier niet thuis, ik ga hier niet lang zijn en ge zult mij ook niet herinneren, maar ik u wel, de tijd van mijn leven, ge begrijpt me wel. Ik wil u herinneren als die mooie stad, een schone stad, waar een mens al eens wat luider spreken durft maar daarom nog niet moet roepen. Ik ben blij dat ze bijna moe zijn van het staken, dat er aan de tankstations weer rijen ongeduldige chauffeurs staan en dat de vuilniswagens ook een volle tank heeft.



Tijd voor een pauze, het woord vakantie roept herinneringen op aan een hele week zonder les, daar kan ik  helaas slechts van dromen, in tegenstelling tot mijn kotgenotes. Gelukkig komen mama en papa het leed verzachten het komende verlengd weekend. Jullie zijn meer dan welkom... Ik praat intussen nog even met de stad, zodat alles weer mooi wordt tegen dan.

dinsdag 19 oktober 2010

De nachten waarin het dag werd voor ik sliep en pingpong om middernacht.

Eindelijk... Eindelijk heerlijk geslapen, een roos in een blok beton was er niets tegen. Herboren, herbrond, hernieuwd, al wat je wil. 


Anders dan de voorbije dagen werd ik uitgeslapen wakker. De dagen waren fijn, de nachten minder. Opeens begon dan de dag, en sliep ik nog niet. En toen ik tóch sliep, was de dag al half voorbij voor ik wakker werd. Maar soit, 't zijn de dagen die tellen, en dan vooral de avonden.

Fastfood eten in een lokale fastfoodtent, genieten van een prachtige zonsondergang, opmaken, uitgaan. Gewoon maar iets gaan drinken met de thuisgebleven kotgenotes, gezellig, het Belgische politieke systeem uitgelegd, het (vergeten) generatiepact en daarna het pensioenstelsel. Gaat opvallend veel vlotter na een cocktail. We kwamen terug tegen middernacht, maakten ons nog een tas thee en besloten dan om te gaan pingpongen, met een ander drankje naast onze tassen. Het resulteerde in paranoia ("was dat licht binnen daarstraks al aan?!") en veel plezier, al hielden we het heel deftig en, hoe tegenstrijdig dat ook klinkt, bijzonder nuchter. Omdat pingpong toch wat te lichtvoetig bleek, gaven we na de persconferentie van de winnares nog onze mening over religie en al dan niet nuttig zijn van een spirituele houvast. Theefilosofie, als het ware. Amen.

Zelfs gisterenavond, na Alexia's crêpes en galettes (ik bespaar u de discussie over het verschil) en na consumptie van enige pingongcider ging het weer de serieuze richting uit. We zaten met zes in de kleine keuken die daar eigenlijk te klein voor was, en lachten en praatten en zuchtten over de liefde en al wat er bij komt kijken, de toekomst en de zin van het huwelijk. Later gingen we via stakingen, bezetting van de scholen en opnieuw die toekomst over op talenkennis en sloten we een aangenaam pact. Iedere woensdag zal Engelsdag worden, en wie zich er niet aan houdt, maakt een speciaal dessertje klaar voor iedereen. Benieuwd wie er zich het eerst waagt aan chocoladecake.

Terwijl ik dit bericht schrijf, toeteren auto's me uit mijn concentratie, proberen sirenes nog luider te gillen en schreeuwt een (minder intelligente) kerel grotendeels onverstaanbare leuzen door een megafoon. Ongetwijfeld is hij de zoveelste die wat sympathie bij het volk wil winnen door op vuilbakken te gaan staan en overal tegen te zijn. Ik begrijp de pensioendiscussie zelfs niet meer. Intussen escaleert het maar, worden de jongeren opgeroepen om zich te laten horen, zodat ik 's ochtends nog meer moeite heb om heelhuids voorbij die horde (pretentieuze, durf ik met een gerust hart zeggen) Lycéens te geraken. Sarko geeft geen duimbreed toe, jongens, maak je geen illusies. Al trek je met honderdduizenden bijna dagelijks door de straten, al leg je het verkeer lam, stuur je alles in de war tot in elke uithoek van Frankrijk, elk godvergeten gat, hij roept altijd luider, en zelfs zonder megafoon.



donderdag 14 oktober 2010

De Maine, de Loire en Stefan en Karen.

3.10.10

heimwee werd vandaag niet toegelaten. Dat zou nog wel komen, wees gerust.
En of de heimwee kwam. Na een heerlijk weekend, weliswaar :)
Na enige onzekerheid over het bezoek, vonden Stefan & Karen zich fit genoeg om enkele uren in de auto te kruipen, een nachtje op een luchtmatras in mijn kamer te komen liggen en ook wat Franse cultuur op te snuiven. Ik zeg dan: respect en vooral JIEHAAAA :)

De reizigers kwamen aan met enigszins stijve benen en heel veel zin in een ontdekking van Angers, maar aangezien mijn kennis niet verder reikt dan het kasteel en Rue Bressigny (ja, dat is die straat waar iedereen dronken doorwaggelt) dook ik in de archieven op zoek naar een stadsplan. Was zodanig content mijn broer & schoonzusje te zien, dat ik m'n fototoestel vergat mee te nemen. Maar niet getreurd, woorden zeggen meer dan honderd beelden (of... nee, laat maar). Het bleek echter leuker om zelf te ontdekken waar we heengingen, en dan op het kaartje te kijken waar we beland waren. Om heel eerlijk te zijn, heb ik geen idee meer wat we allemaal gezien hebben, er was teveel te vertellen onderweg. De Kathedraal van Angers zal ik niet snel vergeten en net als alle andere toeristen vergaapten we ons een beetje aan de schoonheid ervan, binnen en op een afstandje. Al kwelt die ene vraag me nog steeds: wat stond er in godsnaam aan de zijkant van die kathedraal? Waar is dat andere stuk naartoe? Vermoedelijk ging het geschiedkundige antwoord verloren tussen de regels van de informatiebrochure.

Als een volleerde reisgids -maar dan zonder paraplu of bloem op een stokje- toonde ik de mooiste en oudste brug van Angers, maar verder reikte mijn kennis helaas niet. We genoten samen wat van het zonnetje (dat leest u goed) en keken vanop de rechteroever naar de linkeroever. Logisch, zegt u? Misschien wel. Maar om te begrijpen dat Rue Volney op de linkse oever van de Maine (en niet van de Seine, haha) ligt, had ik toch enige minuten nodig, iets met water dat naar zee stroomt. Enfin. We bespraken het leven en de liefde en bedachten nieuwe functies voor boten wiens zwaartepunt verdacht goed in het midden lag en besloten toen dat we ook wat verder wilden wandelen. Zo ontdekten we een bijzondere fontein, de Angévinse achterbuurten, een miniwinkel waar ze tot mijn grote vreugde koekjes hadden en keerden we terug naar onze observatieplek in het zonnetje. Pas wanneer we bijna moegezeten waren, keerden we langs een andere weg naar huis -je wandelt tenslotte nooit waar je al geweest bent, tenzij met je ogen toe. Buiten een lichte aanvaring met de kotmadam -enige opwinding doet je taalvaardigheid aanzienlijk toenemen- beleefden we tot dan toe niets echt spannends. Aangenaam wel, maar spannend, nee. Dat zou wel veranderen!

Jaja lieve lezer, wat u nu te zien krijgt is het spannende verslag van het bezoek aan de reus. De  Casino Géant. Ok... Misschien niet zó spannend. Géant is gewoon een winkel. Maar hij is groot, en dus spannend. Voorraad voor een hele tijd ingeslagen, een enigszins bizarre oudere dame geholpen en ons afgevraagd met welke substantie ze de groenten besproeien. Water dus. De avond ging sneller voorbij dan in eender welk cliché... Verhalen over het Franse leventje vertellen, met z'n allen babbelen met het vriendje (sorry lieverd, het was nogal... verwarrend, ik geef het toe),  plannen maken voor zondag, op een veilige manier naar bed geraken. Met een Kriekje (dat veel naar Perusica smaakte) in m'n hoofd & benen lukte dat iets minder vlot.


Zondag - rustdag was niet echt echt van toepassing. We wilden het kasteel van Brissac bezoeken, maar omdat zowel de buitenkant als de toegangsprijs ons niet echt bevielen, besloten we in de omgeving te gaan wandelen. Ook de moeite waard: we kruisten eekhoorns (en vroegen ons af hoe dat in het Frans zou heten, 'un écureuil', zei het woordenboek), een sympathieke rijke stinkerd met een wijngaard en veel auto's en een man die weg wilde weten. Désolée. Brissac-Quincé ziet er veelbelovend uit, met een grote parking in het midden van het dorp, maar om eerlijk te zijn... Dat is dan ook alles. We waren dus snel uitgekeken op de parking, de -letterlijk- scheve kerk en het mooie gemeentehuisje. Op naar Saumur dan! Natuurlijk waren de officiële feesten daar voorbij, maar met Stefan en Karen is het altijd een beetje feest. Picknicken aan de oever van de Loire, (toeristen)foto's, sightseeing, wandelingetjes in de stad en rond het kasteel, alles erop en eraan. En gezellig, bovendien. Gewoon gezellig. De GPS vertelde ons dat er een wijnkelder in de buurt was, en dat konden we moeilijk negeren. Na een korte rondleiding in de grotkelders van 'Maison Veuve Amiot' (best interessant: op heel korte tijd zagen we hoe het huis de 'basiswijn' omvormt tot crémant) en -uiteraard- een aangename degustatie vroegen we de GPS opnieuw om raad. Deze keer stuurde hij ons naar de geweldige en fantastische Dolmen. JA HOOR. Echt geweldig en fantastisch. Heel het dorpje Bagneux staat vol verwijzingen naar die dolmen: Rue du Dolmen, brasserie Le Dolmen, pijlen, bordjes om aan te tonen welke waarde dat ding niet heeft. Volgens ons? Geen. Maar echt. Wat een teleurstelling. Die dolmen zit verstopt achter een hek (gelukkig konden we er heel stiekem over kijken en een foto maken). Een nieuwe wandeling bracht ons bij een parkje, waar we alweer een teleurstelling moesten verwerken: de speeltuin bleek gesloten. De teleurstelling verdween als sneeuw onder de Franse zon toen we de kastanjeboom ontdekten. Herinneringen aan garages vol kastanjes of een Leuvense stoof die snorde, klaar om kastanjes te poffen toverden weer een glimlach om onze mond.
Al was de vreugde niet van lange duur. Want op zondagavond vertrokken Stefan en Karen weer naar huis, het werk neemt helaas geen vakantie. En hoewel het weekend onwaarschijnlijk heerlijk was, zag de wereld er maandagochtend iets minder mooi uit. 

De voorbije week heb ik het even heel moeilijk gehad, met behoorlijk wat tranen en Skype-telefoontjes naar huis. Maar het gaat weer helemaal beter, nu ook een paar opdrachten /administratieve rommeltjes die wat stress bezorgden voorbij zijn. Mama aan telefoon, verjaardagskaartjes in de post, een knuffel van een kotgenote, een babbeltje met het liefje, die kleine dingetjes hebben me er weer bovenop geholpen. Al bij al is het leven hier in Frankrijk best wel fijn :)