vrijdag 8 oktober 2010

Sprookjeskastelen, koude straten en een drijvende engel

25.09.10
Omdat ik mezelf niet vertrouw met een plan in de hand, wandel ik op een ijskoude zaterdagochtend langs de pijlen die naar het station wijzen. Koud, ja. Ik kom in straten waarvan de namen doen vermoeden dat ze vroeger belangrijker waren. Helden, dichters, politici; ieder van hen draait zich om in z'n graf bij het zien van 'hun' straat. Herenhuizen verworden tot armtierige gapende overgrootvaderhuizen waar zelfs geen student meer wil wonen, de mussen kunnen er maar blij mee zijn. Prachtig vervallen woningen, klimop bedekt de gaten. Het zicht is niet vrolijk, en toch hééft het iets, iets lelijks. Een mens z'n gedachten gaan wild tekeer bij het zien van zoveel stenen poëzie, maar de tijd lacht niet met zo'n overpeinzingen. Verder moet ik.

Onderweg naar het station bots ik op de markt en de omliggende cafeetjes, die me verleidelijk  aankijken en willen binnenlokken: snel een koffie? Nee -opnieuw die tijd die me deed verdergaan. Verdere spannende avonturen: 1 cheeseburger ontmoet, hij lachte me rebels toe van op de vuilnisbak. Onze Engelse vriendinnetjes moesten het weten. Tijd pretendeert vaak rekbaar te zijn, en ook die dag bleek hij zo'n zoete karamelstroop waarin je dreigt te verdrinken. Ja, u begrijpt het goed, ik was te vroeg. Ik gun u even wat tijd om uw adem terug te vinden.






Gare Angers Saint-Laud, weer zo'n mooi verschijnsel van moderne architectuur midden in een oude stad. Mooi, functioneel, toegankelijk, licht. Wat wil een mens nog meer? Communicatie, misschien. Groepjes rokende medemensen troepen samen, op zoek naar wat warmte in de kille ochtenduren zonder zon. Anderen zoeken hun heil in koffie en croissants, dicht bij de knappe verschijning achter de toog en discussiëren over alles wat niet belangrijk is. Studenten troepen samen, wat lacherig, benieuwd naar wat hen te wachten staat, spreken alle talen, betalen, wijzen, glimlachen. We zijn er klaar voor. Een vaag niet-nader-te-benoemen instinct vraagt me om de rij te sluiten en nóg maar eens te tellen. Nog maar de derde keer vandaag. En we zijn nog niet vertrokken. De trein kwam met wet heerlijk Belgische vertraging aan, maar heimwee werd vandaag niet toegelaten. Dat zou nog wel komen, wees gerust.

Op naar Saumur*: stad aan de prachtige Loire (die daar ergens op haar breedste punt is), stad met een kasteel, stad met winkelstraten. En een stad waar 13 meisjes naartoe waren. Met de belofte dat we toch éven zouden gaan shoppen na het kasteelbezoek, vatten we de klim naar boven aan. Onderweg kennis gemaakt met vriendelijke Hongaarse Barbiepopjes en een stoere Duitse metalhead; een bont allegaartje op weg naar wat cultuur. 't Bleek cultuur met een feestelijk sfeertje te zijn vandaag: een gerestaureerde brug werd heropend, en dat ging gepaard met het nodige ceremonieel. We maakten van -voor sommigen iets té- dichtbij kennis met de beul, sloegen praatjes met Noormannen en vergaapten ons aan de vuurspuwende jongemannen. Een leuke verrassing dus. Na wat obligate toeristenfoto's vanop het panoramapunt (akkoord, het zijn ook mooie uitzichten) trokken we terug de stad in. De groep viel een beetje uit mekaar (help! hoe kon ik nu nog tellen?!) in een shop- en een nieuwsgierig deel. Op zoek naar mooie plekjes in de stad kwamen we aan de Notre Dame de Nantilly, een kerk waarvan de naam mooier klinkt dan het gebouw is. Jammer. Enigszins teleurstellend, maar het pleintje vóór de kerk bleek wel erg gezellig. Eens de teleurstelling verwerkt was (duurde zeker een hele minuut) trokken we verder, richting Jardin des Plantes. Het kind in ons kwam weer even boven op de speeltuin, maar hier en daar was er ook een stiekeme zucht. De rest van het park was zo romantisch ingericht, dat we collectief onze mannen misten. Tja. Zo'n dingen gebeuren. We zochten wat troost bij elkaar en wat warmte in chocomelk en voelden ons weer helemaal top, klaar om de nacht in te duiken als we terug in Angers zouden aankomen. Onderweg naar 'huis' ontdekten we dat ons ticket een heel weekend geldig was en maakten we vage plannen om de volgende dag naar Nantes te reizen -met de belofte dat we later zouden vertrekken. Er zou namelijk wild gefeest worden, en niet iedereen zou op tijd uit bed geraken.


Tja. 'Niet iedereen' en 'op tijd' bleken wel héél erg onderschatte termen. Zondag, 11u30, van de 13 enthousiastelingen bleven er 5 over. Ach, maakt het weer wat makkelijker om te tellen :) Ook in het kasteel van koning Samson in Nantes* bleek het feest, al begrepen we niet helemaal waarom. We waren erg benieuwd naar de inrichting van het kasteel -in Saumur mochten we niet binnen omwille van verbouwingen, in Angers stelt het redelijk weinig voor- en bezochten dus de tentoonstelling binnen de muren. Opnieuw een lichte teleurstelling bij het buitengaan. Hoewel het interessant was, was het verre van wat we verwachtten. We wilden prinsessenkleren zien, of ridders op een schilderij, de lakens van de koning aanraken en op de koffie gaan bij de koningin, maar we kregen de geschiedenis van de haven op ons bord. Gelukkig was de zon gisteren niet uitgeweest en zag ze er beter uit dan in Saumur, dat stemde ons alweer iets tevredener. Na de kerkelijke teleurstelling van gisteren, hoopten we  op verbazing in Nantes. En verbazing kregen we. De kathedraal is echt prachtig: sober en toch uitbundig, enorm groot, enorm. De kermis op het aangrenzende plein zorgde voor een bijzondere atmosfeer: "Oh my god"* enigszins ironisch door een anders stille kerk horen galmen tovert bij sommigen een glimlach, bij anderen en grimas. Ik vond het leuk, 't is weer eens wat anders. Een beetje onder de indruk van zoveel grootsheid doorkruisten we de stad, op zoek naar niets en botsten op -alweer- een Jardin des Plantes. Ook deze was groter en grootser dan wat we in Saumur te zien kregen, compleet met kruidentuin, vijvers, volières en witte duiven. Prachtig. We werden opeens 60 jaar ouder, zetten ons op een bankje bij de vijver en bekeken de wereld. In een poging om onze uitstap nog wat meerwaarde te geven, probeerden we de conversaties in het Frans te houden, maar hoewel "n'importe quoi" mooier is dan "random" moet je toch toegeven dat "it's a vanilla-caramelpuddingduck" makkelijker bekt dan "ce canard ressemble à une crème à la vanille au caramel".

Terug thuis was het Skype-tijd, en maar goed ook. Want hoewel het hier écht wel fijn is, mis ik veel. Thuis, het liefje, mijn eigen bed. Gelukkig kwam 'thuis' even naar Frankrijk toen Stefan & Karen het weekend hier doorbrachten. Daarover meer in een volgende post :)


* als je op de woorden klikt, opent de site van het toerismebureau / een site waarop je het liedje kan horen :) En als je op de foto's klikt, kan je ze in groot formaat zien.

3 opmerkingen: