woensdag 27 oktober 2010

Het vuilnis keek in de spiegel en treurde om zijn bestaan.

Angers, ge stinkt. 
Ik durf het zonder schaamte in uw gezicht gooien, als een spiegel die uw vuilnis weerkaatst. Ik neem het u niet kwalijk, maar ik wil het wel kwijt. Uw stoepen zijn vuil, uw studenten vol lawaai en uw nachten vol vuur, al is dat niet uw schuld.

De stakingen bereikten de voorbije dagen een absurd hoogtepunt, compleet met onvoldoende werkende eerste-hulpverleners, terwijl die nodig waren. De stad stond even in brand, gelukkig waren de tankstations nog leeg. Stakende vuilnisophalers deden afvalbergen rijzen, en daarmee zijn maar 2 partijen gelukkig. Zij die na teveel goedkope alcohol stoer genoeg zijn om de straten oranje te kleuren en schaduwen op de muur te laten dansen en de keurig geklede man die nu 's avonds een hele maaltijd bij elkaar vindt. Ik zag hem laatst weer. Dansschoenen met gaten, bijna verdronken in een maatpak dat hem misschien ooit heeft gepast. Schaam u, stad. Of betoogt ge misschien voor hem? Ik heb u nog niet horen roepen dat hij geen pensioen krijgt, dat hij honger heeft, of dat hij niet kan lezen. Of dat hij misschien daarom honger heeft. Nee, wie wel kan lezen doet het liever niet om belangrijk te gaan zijn op straat. 

Open uw ogen, stad. Word wakker. Ik lig er wel wakker van, en ik hoor hier niet thuis, ik ga hier niet lang zijn en ge zult mij ook niet herinneren, maar ik u wel, de tijd van mijn leven, ge begrijpt me wel. Ik wil u herinneren als die mooie stad, een schone stad, waar een mens al eens wat luider spreken durft maar daarom nog niet moet roepen. Ik ben blij dat ze bijna moe zijn van het staken, dat er aan de tankstations weer rijen ongeduldige chauffeurs staan en dat de vuilniswagens ook een volle tank heeft.



Tijd voor een pauze, het woord vakantie roept herinneringen op aan een hele week zonder les, daar kan ik  helaas slechts van dromen, in tegenstelling tot mijn kotgenotes. Gelukkig komen mama en papa het leed verzachten het komende verlengd weekend. Jullie zijn meer dan welkom... Ik praat intussen nog even met de stad, zodat alles weer mooi wordt tegen dan.

dinsdag 19 oktober 2010

De nachten waarin het dag werd voor ik sliep en pingpong om middernacht.

Eindelijk... Eindelijk heerlijk geslapen, een roos in een blok beton was er niets tegen. Herboren, herbrond, hernieuwd, al wat je wil. 


Anders dan de voorbije dagen werd ik uitgeslapen wakker. De dagen waren fijn, de nachten minder. Opeens begon dan de dag, en sliep ik nog niet. En toen ik tóch sliep, was de dag al half voorbij voor ik wakker werd. Maar soit, 't zijn de dagen die tellen, en dan vooral de avonden.

Fastfood eten in een lokale fastfoodtent, genieten van een prachtige zonsondergang, opmaken, uitgaan. Gewoon maar iets gaan drinken met de thuisgebleven kotgenotes, gezellig, het Belgische politieke systeem uitgelegd, het (vergeten) generatiepact en daarna het pensioenstelsel. Gaat opvallend veel vlotter na een cocktail. We kwamen terug tegen middernacht, maakten ons nog een tas thee en besloten dan om te gaan pingpongen, met een ander drankje naast onze tassen. Het resulteerde in paranoia ("was dat licht binnen daarstraks al aan?!") en veel plezier, al hielden we het heel deftig en, hoe tegenstrijdig dat ook klinkt, bijzonder nuchter. Omdat pingpong toch wat te lichtvoetig bleek, gaven we na de persconferentie van de winnares nog onze mening over religie en al dan niet nuttig zijn van een spirituele houvast. Theefilosofie, als het ware. Amen.

Zelfs gisterenavond, na Alexia's crêpes en galettes (ik bespaar u de discussie over het verschil) en na consumptie van enige pingongcider ging het weer de serieuze richting uit. We zaten met zes in de kleine keuken die daar eigenlijk te klein voor was, en lachten en praatten en zuchtten over de liefde en al wat er bij komt kijken, de toekomst en de zin van het huwelijk. Later gingen we via stakingen, bezetting van de scholen en opnieuw die toekomst over op talenkennis en sloten we een aangenaam pact. Iedere woensdag zal Engelsdag worden, en wie zich er niet aan houdt, maakt een speciaal dessertje klaar voor iedereen. Benieuwd wie er zich het eerst waagt aan chocoladecake.

Terwijl ik dit bericht schrijf, toeteren auto's me uit mijn concentratie, proberen sirenes nog luider te gillen en schreeuwt een (minder intelligente) kerel grotendeels onverstaanbare leuzen door een megafoon. Ongetwijfeld is hij de zoveelste die wat sympathie bij het volk wil winnen door op vuilbakken te gaan staan en overal tegen te zijn. Ik begrijp de pensioendiscussie zelfs niet meer. Intussen escaleert het maar, worden de jongeren opgeroepen om zich te laten horen, zodat ik 's ochtends nog meer moeite heb om heelhuids voorbij die horde (pretentieuze, durf ik met een gerust hart zeggen) Lycéens te geraken. Sarko geeft geen duimbreed toe, jongens, maak je geen illusies. Al trek je met honderdduizenden bijna dagelijks door de straten, al leg je het verkeer lam, stuur je alles in de war tot in elke uithoek van Frankrijk, elk godvergeten gat, hij roept altijd luider, en zelfs zonder megafoon.



donderdag 14 oktober 2010

De Maine, de Loire en Stefan en Karen.

3.10.10

heimwee werd vandaag niet toegelaten. Dat zou nog wel komen, wees gerust.
En of de heimwee kwam. Na een heerlijk weekend, weliswaar :)
Na enige onzekerheid over het bezoek, vonden Stefan & Karen zich fit genoeg om enkele uren in de auto te kruipen, een nachtje op een luchtmatras in mijn kamer te komen liggen en ook wat Franse cultuur op te snuiven. Ik zeg dan: respect en vooral JIEHAAAA :)

De reizigers kwamen aan met enigszins stijve benen en heel veel zin in een ontdekking van Angers, maar aangezien mijn kennis niet verder reikt dan het kasteel en Rue Bressigny (ja, dat is die straat waar iedereen dronken doorwaggelt) dook ik in de archieven op zoek naar een stadsplan. Was zodanig content mijn broer & schoonzusje te zien, dat ik m'n fototoestel vergat mee te nemen. Maar niet getreurd, woorden zeggen meer dan honderd beelden (of... nee, laat maar). Het bleek echter leuker om zelf te ontdekken waar we heengingen, en dan op het kaartje te kijken waar we beland waren. Om heel eerlijk te zijn, heb ik geen idee meer wat we allemaal gezien hebben, er was teveel te vertellen onderweg. De Kathedraal van Angers zal ik niet snel vergeten en net als alle andere toeristen vergaapten we ons een beetje aan de schoonheid ervan, binnen en op een afstandje. Al kwelt die ene vraag me nog steeds: wat stond er in godsnaam aan de zijkant van die kathedraal? Waar is dat andere stuk naartoe? Vermoedelijk ging het geschiedkundige antwoord verloren tussen de regels van de informatiebrochure.

Als een volleerde reisgids -maar dan zonder paraplu of bloem op een stokje- toonde ik de mooiste en oudste brug van Angers, maar verder reikte mijn kennis helaas niet. We genoten samen wat van het zonnetje (dat leest u goed) en keken vanop de rechteroever naar de linkeroever. Logisch, zegt u? Misschien wel. Maar om te begrijpen dat Rue Volney op de linkse oever van de Maine (en niet van de Seine, haha) ligt, had ik toch enige minuten nodig, iets met water dat naar zee stroomt. Enfin. We bespraken het leven en de liefde en bedachten nieuwe functies voor boten wiens zwaartepunt verdacht goed in het midden lag en besloten toen dat we ook wat verder wilden wandelen. Zo ontdekten we een bijzondere fontein, de Angévinse achterbuurten, een miniwinkel waar ze tot mijn grote vreugde koekjes hadden en keerden we terug naar onze observatieplek in het zonnetje. Pas wanneer we bijna moegezeten waren, keerden we langs een andere weg naar huis -je wandelt tenslotte nooit waar je al geweest bent, tenzij met je ogen toe. Buiten een lichte aanvaring met de kotmadam -enige opwinding doet je taalvaardigheid aanzienlijk toenemen- beleefden we tot dan toe niets echt spannends. Aangenaam wel, maar spannend, nee. Dat zou wel veranderen!

Jaja lieve lezer, wat u nu te zien krijgt is het spannende verslag van het bezoek aan de reus. De  Casino Géant. Ok... Misschien niet zó spannend. Géant is gewoon een winkel. Maar hij is groot, en dus spannend. Voorraad voor een hele tijd ingeslagen, een enigszins bizarre oudere dame geholpen en ons afgevraagd met welke substantie ze de groenten besproeien. Water dus. De avond ging sneller voorbij dan in eender welk cliché... Verhalen over het Franse leventje vertellen, met z'n allen babbelen met het vriendje (sorry lieverd, het was nogal... verwarrend, ik geef het toe),  plannen maken voor zondag, op een veilige manier naar bed geraken. Met een Kriekje (dat veel naar Perusica smaakte) in m'n hoofd & benen lukte dat iets minder vlot.


Zondag - rustdag was niet echt echt van toepassing. We wilden het kasteel van Brissac bezoeken, maar omdat zowel de buitenkant als de toegangsprijs ons niet echt bevielen, besloten we in de omgeving te gaan wandelen. Ook de moeite waard: we kruisten eekhoorns (en vroegen ons af hoe dat in het Frans zou heten, 'un écureuil', zei het woordenboek), een sympathieke rijke stinkerd met een wijngaard en veel auto's en een man die weg wilde weten. Désolée. Brissac-Quincé ziet er veelbelovend uit, met een grote parking in het midden van het dorp, maar om eerlijk te zijn... Dat is dan ook alles. We waren dus snel uitgekeken op de parking, de -letterlijk- scheve kerk en het mooie gemeentehuisje. Op naar Saumur dan! Natuurlijk waren de officiële feesten daar voorbij, maar met Stefan en Karen is het altijd een beetje feest. Picknicken aan de oever van de Loire, (toeristen)foto's, sightseeing, wandelingetjes in de stad en rond het kasteel, alles erop en eraan. En gezellig, bovendien. Gewoon gezellig. De GPS vertelde ons dat er een wijnkelder in de buurt was, en dat konden we moeilijk negeren. Na een korte rondleiding in de grotkelders van 'Maison Veuve Amiot' (best interessant: op heel korte tijd zagen we hoe het huis de 'basiswijn' omvormt tot crémant) en -uiteraard- een aangename degustatie vroegen we de GPS opnieuw om raad. Deze keer stuurde hij ons naar de geweldige en fantastische Dolmen. JA HOOR. Echt geweldig en fantastisch. Heel het dorpje Bagneux staat vol verwijzingen naar die dolmen: Rue du Dolmen, brasserie Le Dolmen, pijlen, bordjes om aan te tonen welke waarde dat ding niet heeft. Volgens ons? Geen. Maar echt. Wat een teleurstelling. Die dolmen zit verstopt achter een hek (gelukkig konden we er heel stiekem over kijken en een foto maken). Een nieuwe wandeling bracht ons bij een parkje, waar we alweer een teleurstelling moesten verwerken: de speeltuin bleek gesloten. De teleurstelling verdween als sneeuw onder de Franse zon toen we de kastanjeboom ontdekten. Herinneringen aan garages vol kastanjes of een Leuvense stoof die snorde, klaar om kastanjes te poffen toverden weer een glimlach om onze mond.
Al was de vreugde niet van lange duur. Want op zondagavond vertrokken Stefan en Karen weer naar huis, het werk neemt helaas geen vakantie. En hoewel het weekend onwaarschijnlijk heerlijk was, zag de wereld er maandagochtend iets minder mooi uit. 

De voorbije week heb ik het even heel moeilijk gehad, met behoorlijk wat tranen en Skype-telefoontjes naar huis. Maar het gaat weer helemaal beter, nu ook een paar opdrachten /administratieve rommeltjes die wat stress bezorgden voorbij zijn. Mama aan telefoon, verjaardagskaartjes in de post, een knuffel van een kotgenote, een babbeltje met het liefje, die kleine dingetjes hebben me er weer bovenop geholpen. Al bij al is het leven hier in Frankrijk best wel fijn :)

vrijdag 8 oktober 2010

Sprookjeskastelen, koude straten en een drijvende engel

25.09.10
Omdat ik mezelf niet vertrouw met een plan in de hand, wandel ik op een ijskoude zaterdagochtend langs de pijlen die naar het station wijzen. Koud, ja. Ik kom in straten waarvan de namen doen vermoeden dat ze vroeger belangrijker waren. Helden, dichters, politici; ieder van hen draait zich om in z'n graf bij het zien van 'hun' straat. Herenhuizen verworden tot armtierige gapende overgrootvaderhuizen waar zelfs geen student meer wil wonen, de mussen kunnen er maar blij mee zijn. Prachtig vervallen woningen, klimop bedekt de gaten. Het zicht is niet vrolijk, en toch hééft het iets, iets lelijks. Een mens z'n gedachten gaan wild tekeer bij het zien van zoveel stenen poëzie, maar de tijd lacht niet met zo'n overpeinzingen. Verder moet ik.

Onderweg naar het station bots ik op de markt en de omliggende cafeetjes, die me verleidelijk  aankijken en willen binnenlokken: snel een koffie? Nee -opnieuw die tijd die me deed verdergaan. Verdere spannende avonturen: 1 cheeseburger ontmoet, hij lachte me rebels toe van op de vuilnisbak. Onze Engelse vriendinnetjes moesten het weten. Tijd pretendeert vaak rekbaar te zijn, en ook die dag bleek hij zo'n zoete karamelstroop waarin je dreigt te verdrinken. Ja, u begrijpt het goed, ik was te vroeg. Ik gun u even wat tijd om uw adem terug te vinden.






Gare Angers Saint-Laud, weer zo'n mooi verschijnsel van moderne architectuur midden in een oude stad. Mooi, functioneel, toegankelijk, licht. Wat wil een mens nog meer? Communicatie, misschien. Groepjes rokende medemensen troepen samen, op zoek naar wat warmte in de kille ochtenduren zonder zon. Anderen zoeken hun heil in koffie en croissants, dicht bij de knappe verschijning achter de toog en discussiëren over alles wat niet belangrijk is. Studenten troepen samen, wat lacherig, benieuwd naar wat hen te wachten staat, spreken alle talen, betalen, wijzen, glimlachen. We zijn er klaar voor. Een vaag niet-nader-te-benoemen instinct vraagt me om de rij te sluiten en nóg maar eens te tellen. Nog maar de derde keer vandaag. En we zijn nog niet vertrokken. De trein kwam met wet heerlijk Belgische vertraging aan, maar heimwee werd vandaag niet toegelaten. Dat zou nog wel komen, wees gerust.

Op naar Saumur*: stad aan de prachtige Loire (die daar ergens op haar breedste punt is), stad met een kasteel, stad met winkelstraten. En een stad waar 13 meisjes naartoe waren. Met de belofte dat we toch éven zouden gaan shoppen na het kasteelbezoek, vatten we de klim naar boven aan. Onderweg kennis gemaakt met vriendelijke Hongaarse Barbiepopjes en een stoere Duitse metalhead; een bont allegaartje op weg naar wat cultuur. 't Bleek cultuur met een feestelijk sfeertje te zijn vandaag: een gerestaureerde brug werd heropend, en dat ging gepaard met het nodige ceremonieel. We maakten van -voor sommigen iets té- dichtbij kennis met de beul, sloegen praatjes met Noormannen en vergaapten ons aan de vuurspuwende jongemannen. Een leuke verrassing dus. Na wat obligate toeristenfoto's vanop het panoramapunt (akkoord, het zijn ook mooie uitzichten) trokken we terug de stad in. De groep viel een beetje uit mekaar (help! hoe kon ik nu nog tellen?!) in een shop- en een nieuwsgierig deel. Op zoek naar mooie plekjes in de stad kwamen we aan de Notre Dame de Nantilly, een kerk waarvan de naam mooier klinkt dan het gebouw is. Jammer. Enigszins teleurstellend, maar het pleintje vóór de kerk bleek wel erg gezellig. Eens de teleurstelling verwerkt was (duurde zeker een hele minuut) trokken we verder, richting Jardin des Plantes. Het kind in ons kwam weer even boven op de speeltuin, maar hier en daar was er ook een stiekeme zucht. De rest van het park was zo romantisch ingericht, dat we collectief onze mannen misten. Tja. Zo'n dingen gebeuren. We zochten wat troost bij elkaar en wat warmte in chocomelk en voelden ons weer helemaal top, klaar om de nacht in te duiken als we terug in Angers zouden aankomen. Onderweg naar 'huis' ontdekten we dat ons ticket een heel weekend geldig was en maakten we vage plannen om de volgende dag naar Nantes te reizen -met de belofte dat we later zouden vertrekken. Er zou namelijk wild gefeest worden, en niet iedereen zou op tijd uit bed geraken.


Tja. 'Niet iedereen' en 'op tijd' bleken wel héél erg onderschatte termen. Zondag, 11u30, van de 13 enthousiastelingen bleven er 5 over. Ach, maakt het weer wat makkelijker om te tellen :) Ook in het kasteel van koning Samson in Nantes* bleek het feest, al begrepen we niet helemaal waarom. We waren erg benieuwd naar de inrichting van het kasteel -in Saumur mochten we niet binnen omwille van verbouwingen, in Angers stelt het redelijk weinig voor- en bezochten dus de tentoonstelling binnen de muren. Opnieuw een lichte teleurstelling bij het buitengaan. Hoewel het interessant was, was het verre van wat we verwachtten. We wilden prinsessenkleren zien, of ridders op een schilderij, de lakens van de koning aanraken en op de koffie gaan bij de koningin, maar we kregen de geschiedenis van de haven op ons bord. Gelukkig was de zon gisteren niet uitgeweest en zag ze er beter uit dan in Saumur, dat stemde ons alweer iets tevredener. Na de kerkelijke teleurstelling van gisteren, hoopten we  op verbazing in Nantes. En verbazing kregen we. De kathedraal is echt prachtig: sober en toch uitbundig, enorm groot, enorm. De kermis op het aangrenzende plein zorgde voor een bijzondere atmosfeer: "Oh my god"* enigszins ironisch door een anders stille kerk horen galmen tovert bij sommigen een glimlach, bij anderen en grimas. Ik vond het leuk, 't is weer eens wat anders. Een beetje onder de indruk van zoveel grootsheid doorkruisten we de stad, op zoek naar niets en botsten op -alweer- een Jardin des Plantes. Ook deze was groter en grootser dan wat we in Saumur te zien kregen, compleet met kruidentuin, vijvers, volières en witte duiven. Prachtig. We werden opeens 60 jaar ouder, zetten ons op een bankje bij de vijver en bekeken de wereld. In een poging om onze uitstap nog wat meerwaarde te geven, probeerden we de conversaties in het Frans te houden, maar hoewel "n'importe quoi" mooier is dan "random" moet je toch toegeven dat "it's a vanilla-caramelpuddingduck" makkelijker bekt dan "ce canard ressemble à une crème à la vanille au caramel".

Terug thuis was het Skype-tijd, en maar goed ook. Want hoewel het hier écht wel fijn is, mis ik veel. Thuis, het liefje, mijn eigen bed. Gelukkig kwam 'thuis' even naar Frankrijk toen Stefan & Karen het weekend hier doorbrachten. Daarover meer in een volgende post :)


* als je op de woorden klikt, opent de site van het toerismebureau / een site waarop je het liedje kan horen :) En als je op de foto's klikt, kan je ze in groot formaat zien.